Nadere informatie

www.pondes.nl

Nadere info 1:

Pagina	DCP_1968
Bron: 4
Titel	Eigen onderzoek
Auteur	A. Pondes
Publicatie
Notitie
Notitie 830887722	TRANSCRIPTIE @ www.pondes.nl: Veneris 26 aprill 1743 Erschenen Garrit Knippers en Geertjen Lubberts eheluijden, marito tutoren, deesen weledelen gerighte te kennen geevende hoe dat zij comparatnen reets oudt van dagen een sonder kinderen bij den auderen geprocreert te hebben off nogh in leeven zijnde, haare lijchaams kraghten dagelijcks affneemen, en bedaght waren dat eijndelijck bij bedde leegerigheijdt ofte anderzints in onmagt moghten geraaken, dat den eenen den anderen niet soude kunnen helpen. Dat compnten oock gemercken, dat weegens haaren aangroeijenden ouderdom, weijnige eijgen toebehoorde ongereede goederen, dagelijcks meer en meer in schulden quamen te verloopen en dus bevreest dat voor haar eijnde, dat de Heere Godt bekent is wanneer, nogh te kort mogten koomen, en haar ouder dagen in elende souden moeten eijndigen. Waarom zij comparanten te raede waaren geworden, om welbedachtelijck en sonder eeniger maten daartoe verleijtte zijn, alle haare gereede en ongereede goederen als huijs geraadt, kisten en kasten bedden met zijn toebehooren linnen en wullen beesten en verdere leevendige have, oock haar comparanten eijgendoemlijke toebehoren de weijnige ongereede goederen alleen bestaande in eenen huijsken waarop comparanten woonen met daarbij gehoorde hofflandt aan Knippers stedeken, in de bourschap Zieuwent bij ’t Manschot kennelijk geleegen, en haar aandeel aan de Veluwe soo nogh onverdeelt is, off soo compnt daarvan in ’t gebruijk hebben meede in’t Zieuwent geleegen, alle ende niets van allen haaren gereede en ongereede goederen uijgesondert te cedeeren transporteeren op en over te dragen aan Garrit Aaghten en Elsken te Keveler nuw bruijdegom en bruijdt toekoomende eheluijden. Gelijck zij comparanten deselve haare gereede en ongereede goederen alle voors en sonder daaraan eenigh de minste reght off eijgendom te behouden, aan gemelten Garrit Aaghten en Elsken te Keveler eeuwighlijck ende erffelijck voor haar ende haaren erven waeren cedeeren en overdragende craght ende mits deesen. En well volgender gestalt. Dat zij Garrit Aagten en Elsken te Keveler toekoomende eheluijden haar compnten tijdt haares levens in behoorlijcke cost dranck kleederen, linnen en wullen nae huijses vermoogen en als naderlijck is onderhouden, en te verpleegen, als oock in slechte en sughtigheijdt ijts meerder als het huijs vermaack boven de behoorlijcke handreijckinge te versorgen, oocj mede alle haarer compnten boedelschulden aanneemen en betaelen. En compten beijde van doode eerlijck en nabuijrlijck sullen moeten laten begraaven. Dat eghter compnten oock sullen gehouden weesen soo veel haaren ouderdom en lijchaam craghten sulx moghte toelaten meedes huijses beste te helpen be-arben en besorgen. Verclarende comparanten voor haar ende haaren erven van nuw voortaan van alle haaren gereede en ongereede goederen in maten als booven te sullen zijn en blijven ontrest (?). Een de voorschr. Toekoomende eheluijden daarmeede weederom beërvende omme daarmeede te schalten en walten als met haare nadere eijgendoemlijke goederen, en sonder dat haare .. erffgenaemen nae haaren doode daarvan ijts sullen kunnen pretendeeren, hierop met handt en monde vertighnisse doende. Sonder argelist … Hierop erschenen Garrit Aaghten en Elsken te Keveler toekoomende eheluijden en de zijnde zij Elsken in deesen geassisteert met haaren broeder Barteldt te Keveler als haaren hiertoe erkoozen momboir, welcke die voorschreevenen aan haar gedaene cessie van Garrit Knippers en Geertjes Lubberts in Maten als daarbij vermelt aanneemen en beloofden hetselve allen te sullen achtervolgen en naeleeven, met vordere belofte om booven dien alle weecke aan den eersten comparant Garrit Knippers soo lange hij leeft te sullen geeven twee stuijvers tabacks geldt, dat den ommeganck met de muller en het verdienst daarvan soo lange hij Garrit met kan gaan tot zijn sackgeldt sall zijn en drie daage helpend bij een ander, en niets meer te belooven meede aan den tweede compnte jaarlijx tot haar verdoen te geeven twee pondt vlas als het well geluckt, suusten nae dat het geluckt niet. Tot opvolgingen van alle welcke verbinden comparanten niet alleen die aan haar hiervoor gecedeerde en opgedragen parceelen en goederen, maar oock haare andere privativen gereede en ongereede goederen soo aan’t Keveler als anders kennelijck, ten eijnde om sigh daaraen in cas van niet opvolgingen en naleevingen te kunnen en moogen verhaalen, alles onder renuntiatie ten weederzijden van alle exeptien en beneficien reghtens hierteegens eenighsins contrarieerende, en sonder argelist.