Transcriptie
Bron | RAG - Lichtenvoorde; 1742-1745 (gereed) te Arnhem | |
Soort bron | Oud Rechterlijke Archieven (ORA) | |
Volgnummer | 43 | |
Document datum | 9-6-1742 | |
Document soort | ||
pagina | t/m | |
Tekst | ||
Kantlijn tekst | ||
Vertaald door | A. Pondes | |
Letterlijke vertaling | verschenen bartelt te marvelt op hoickinck en Jenneke Krabben echtgenoten, marito tutorem van wie bekenden voor haar en haar erven wettelijck en goed ingeschreven en in baeren hollandtschen betalen ter het leen kon bestaan uit bezit, (te leen) van een onroerendgoed, een bevoegdheid, aandeel in de opbr ontvangen te hebben van de willem Krabbenborg en van hun erven een captiaele som ad vijf en zeventig gulden seggen 75 gulden, belovende van hem/haar jaarlijks en alle jaren a op de dag van uitgeven dit te verinteressen omstreeks (op) vier ten hondert en zo tot de aflossing tot welke ten beide kanten een kwart jaar voor de afspraak aan te kondigen wordt voorbehouden; stellende daarvoor ten specialen onderpanden alle haar roerende goederen, als huisraad, beesten, paarden, koorn, hooi, stro, waegen, ploeg, mest en mestreght, zaaigoed op en in de lande, en wat onder het roerende enigszins gehoorende boedelscheiding zijn; ten einde zich de rentheffer daarna, daaropvolgende in in geval van onverhoopentlijcke misbetalinge wanneer voor kapitaal als rente ten allen tijden in vall noots met off zonder voorgaande opsaege, met parate en reele uitvoeren off overdracht van het eigendomsrecht sall kunnen verhalen en betaalt maken, doende aleen een wete ad videndum overdracht van het eigendomsrecht en niets meer als renuntieerende compnten van alle verdere geldmiddelen geregtigd andersints na landsrecht hiertoe vereijst wordende welweetentlijck. alles zonder kwade opzet. Het bovenstaande stip. daarop behoorlijke de hand gedaan . | |
Bekenden in de database | ||
Uw reactie: