Bron

Geschiedenisfeit: Pest
Bron: http://www.arneym.nl/thema/pest/index.html
Plaats: Arnhem
Jaar: 1666

Http: http://www.arneym.nl/thema/pest/index.html

Nadere informatie: Pestepidemie n in Arnhem In 1565 stierven er elke dag zes tot zeven inwoners van de stad aan de pest. De doodgravers konden het vele werk nauwelijks aan. Het bestuur van Gelre vertrok tijdelijk uit de stad:de Kanselarij werd gesloten en het Hof werd verplaatst naar Rosendael. De vergaderingen werden in kloosters en huizen buiten de stad gehouden. De plaatselijke vroedvrouw kreeg een extra geldbedrag bij haar hulp aan zwangere vrouwen die met de pest besmet waren. In 1574 werd in een pestordonnantie (gemeentebesluit) o.a. het volgende bepaald: elk besmet huis moest een bos stro aan de deur hangen; slechts één bewoner van een besmet huis mocht naar de vlees- of vismarkt; besmette bewoners mochten op de markt niet dicht bij de handelswaar komen; zij moesten van afstand aan wijzen wat zij wilden kopen; alleen onbesmette burgers mochten water uit de stadsputten halen; iedereen moest woensdag en zaterdag de goten voor het huis schoonmaken. Bij de pestuitbraak in 1581 stierven o.a. de hervormde predikant Caspar van Gendt en burgemeester Alexander Bentinck. In 1598 was er weer een pestepidemie in de stad. Het stadsbestuur benoemde voor zes maanden een speciale pestmeester. Het salaris voor deze functie bedroeg vijftig daalders. Bijzonder was zijn kleding: een lange mantel en een overkleed van bombazijn (dik, sterk linnenweefsel) dat hij ter herkenning en bescherming moest dragen. Bij een nieuwe epidemie in 1614 bepaalde het stadsbestuur dat besmette huizen opnieuw een bos stro aan de voordeur moesten hebben. Bewoners van besmette huizen mochten alleen buiten komen als ze, gedurende zes weken, duidelijk zichtbaar een witte stok bij zich droegen. In 1624 liet het stadsbestuur een speciale pestdrank door de doktoren maken. De drank was te koop bij apotheek Worms, die een vestiging had op de hoek van de Bakkerstraat en de Torensteeg. Bij het innemen van het drankje moest eerst de naam van god worden aangeroepen. Daarna diende het warm gedronken te worden, waarna men, dik toegestopt, het bed in moest, waardoor men flink ging zweten. De eerste achttien uur moest de patiënt wakker blijven om daarna twaalf uur aan een stuk te slapen. In 1636 weer een pestaanval. In de Grote Kerk mocht niet meer begraven worden. Er kwam een nieuwe begraafplaats bij de Sint-Walburgiskerk. De doden moesten daar extra diep begraven worden. In 1666 heerste de pest voor het laatst in de stad. Op alle huizen met pestlijders moest een zwart bordje met de letter P worden aangebracht.


Google