Bron

Geschiedenisfeit: Pokken
Bron: Hervormd IJsselmuiden en Grafhorst, Hommo Reenders
Plaats: IJsselmuiden en Grafhorst
Jaar: 1855

Http: http://www.walkatearchief.nl/downloads/almanak2003/KA2003_11_Reenders_Hervormd.pdf

Nadere informatie: Op zaterdag 5 mei 1849 werd Grafhorst opnieuw getroffen, ditmaal door vuur. Slechts drie van de zestig woningen van het dorp ontkwamen aan de vuurzee. Bijna de gehele bevolking van driehonderd zielen werd dakloos en verloor haar grotendeels onverzekerde huisraad en kleding. De mensen werden tijdelijk ondergebracht in IJsselmuiden. Hoewel een groots opgezette hulpactie veel geld opbracht en het dorp snel weer kon worden opgebouwd, werd lang niet alle schade vergoed.6 De slechte gezondheidszorg en het gebrek aan hygiëne leidden ertoe, dat de inwoners van Grafhorst en IJsselmuiden getroffen werden door enkele epidemieën. Zo woedde in 1849 een cholera-epidemie in Wilsum, IJsselmuiden en Grafhorst. Acht zieken in IJsselmuidenmoesten ditmet de dood bekopen. Een nieuwe epidemie in 1855 kostte zes inwoners van IJsselmuiden en twee Grafhorstenaren het leven, terwijl de cholera-epidemie van 1866 vier inwoners van Grafhorst ten grave sleepte. Het zwaarst werd Grafhorst getroffen door de pokkenepidemie van 1871. Hoewel men zich in die tijd reeds tegen deze ziekte kon laten inenten, was dit in Grafhorst onvoldoende gebeurd. Of hieraan religieuze overwegingen ten grondslag hebben gelegen of dat het er niet van gekomen was omdat de in Kampen woonachtige gemeentearts in het jaar daarvoor was overleden, is niet geheel duidelijk. De gevolgen waren in ieder geval rampzalig. Van de 53 zieken overleden achttien personen. Onder hen was de tweeëndertigjarige predikant van IJsselmuiden, Dirk Nicolaas Eerdmans, die waarschijnlijk tijdens het bezoek aan de zieken de pokken heeft opgelopen en aan de gevolgen ervan is bezweken op 9mei 1871. Zijn graf is nog in het dorp te vinden.7 Men kan zich voorstellen, dat deze levensomstandigheden grote invloed hebben gehad op het godsdienstige leven van velen. De mensen leefden niet in een maakbare samenleving, maar zij voelden zich in alles afhankelijk van een hogere macht, van God. Hun straten waren onverlicht en de meeste wegen onverhard. Met de volkshuisvesting was het slecht gesteld. Temidden van de veeziektes en rampen, de onvoorstelbare armoede en de vele ziektes bleven zij slechts overeind dankzij hun geloof in een God, die alles bestuurt. Hun leven was er vooral op gericht met die God in het reine te komen....


Google