Nadere informatie

www.pondes.nl

Nadere info 1:
Pagina IMG_3314 
Bron: 4   
TitelEigen onderzoek 
AuteurA. Pondes 
Publicatie 
Notitie
Notitie 2253423898 TRANSCRIPTIE @ www.pondes.nl: Exhib den 30 martij 1731
Staat en inventaris van
alle gereede en ongereede goederen
als tussen Jan Hennekes
en wijlen desselfs hiijsvrouw
Grietjen van Metelen staander
ehe in eijgendom zijn beseeten,
en soo en als deselve geweest
zijn als de overleedende nogh
leevendigh en doodt was bestaande
deselve onder alle reghtelijke
reserven, als volgt.

1mo Reserveert sigh den inventarisant vooraff
dat bij aldien hij van deesen inverntaris bij in advertentie
als anders ijts moghte vergeeten hebben
soo van de goederen als in en uijtgaande
schulden soo op deesen inventarisant niet moghten
gespecificeert zijn. Dat het hem sall vrijstaan
ten allen tijden als hij daarvan kennise krijgt
sulx alles te suppeleren en te moogen bijbrengen.
2de En dat hij aldien hij inventarisant bij inadvertentie
ijts moghte gespecificeert hebben
dat tot denselven niet gehoordende moghte
zijn, dat het hem sall vrijstaan daarvan kennisse
krijgende. Deselve alle ten tijden
daarvan weederom te moogen rojeeren casseren
en annulleren.

Staat van den ongereede goederen.

1mo. het sestepart van huijs hoff en landt
soo van oudts onder het caatsteedeken Hennekes
gehoort heeft en nogh hoort bestaande in
vijff scheepel gesaaij bouwland in den Levelder
Esch en den camp bij 't huijs &.
ongeveer een scheepels gesaaij op den Vinckes
Camp in off bij den Leevelder Esch geleegen.
Een stucksken landt 't Runnebreeken genaamt
ongeveer een scheepels gesaaij tusschen kleijn Tanks
en Coolmans landt in den Leevelder Esch geleegen.
Een stucke landes aan de Beecke ongeveer
een half molders gesaaij in den Leevelder Esch
tussen Huijskens en Harbert Buijssinks landt
geleegen, zijnde tientbaar.
Een scheepels gesaaij aan de Beecke zijnde
het Leege stucke in den Leevelder Esch
ongeveer een scheepels gesaaij tusschen Kleijn
Tancks en Broekmans landt geleegen, meede tijntbaer.
Een weijdemaacken bij Steegens geleegen
in zijn bekende bepalinge.
Een anpart aan een boort veens.
Een seste part van drie schoft grasmaijens
in de Bosscher Maete.

Staat van de gereede goederen.

Huijsgerack en stouwtwerck.
Een tafele
Een spinde
Drie kisten
Een saatkiste
Een Heckselkiste
Een groot buijckuijven
Een waskuijven
Drie koesompen
8 stoelen
3 wielen
Een backetrogh
3 melcktonnen
Een karne met de pols
Een drinkens tonne
een melck leupen
ses melck vaaten
een out seepen vatt
een soudt tonneken
twee houten telder
een sliet en een houten leepel

Een sniesamp met het mes
Een wilden leere
drie braaken
een reppele
een weulevalle
twee wannen
twee hegels en twee schudde gavels
twee harcken
een krijwagen
twee haspels
een spintvatt
een wanne hoell
een armkorff
een roetkorff
een kleermande
een souvatt
een boeke
een vleesgavele
een assetonne
3 heekelen
twee spin heekelen
een water emmer
twee seeven
een vlas borsell
een schrape in den bakketrogh
een pieke
een gietschootele
twee botter doosen
eenigh holt en torff om te branden

IJserwerck en cooperwerck

eenen grooten root cooperen keetel
een grooten seelen eecker
de halfschreijt van een kleijn geel eekeren

twee ijseren potten
een haal een een langehaal
een pan en hangeijser
een tange
eene lampe
een bouwsight en strick
een plaggen sight en strick
een haar en haemer
twee zeijsen aen een staff met zijn stricken

een olde schuppe
eene goorde spae
twee bijlen
3 hackemessen
2 greepen
een vorcke
een punder
een strijck ijser met twee bolten
een als baar met een oudt treckemes

Aardewerck en tin

8 tinnen leepels
een booterpot met wat boter
een smoldpott met wat smoldt
een traden deurslagh
7 aarden schootels en 8 enen kelder?
twee melck thijlen en een potjen
4 grote olij kruijcken
nog een groote kruijcke
3 kleine kannekes
nog een smeerkanneken
twee kleijne roode aerden schooteltjes
een wit bont booter schooteltjen

Speck en vlees

van een varcken speck
vlees en worsten
4 stucken runtvlees
een bodem ongell
eenigh reusell
nog een olt stuckjen speck


Leevendige have
twee koene
twee starcken
een kalf
een varcken
5 hoender
een katte

Koorn Hooij en stroo soo int huijs als anders

twee saat huijven
ruijm twee molder rogge
twee molder boeckweijte
ongeveer 3 scheepel haaver
een schepel saaij garste
een spint witweijte
een spint groote boomen
een halve spint witten boonen
een half spint erften
een pan koptel koolsaat
3 schepel lijnsaad waar van de moeder komt anderhalf spint om te saaijen

Mest mestreght en gesaaij

een stuck met rogge op den camp bij't huijs
een stuck Braak rogge op den Vinck Esch Kamp
soo van Steegers kinder op de derde garve bout
Nogh een dijto eigen met braakrogge op den Vinck Esch Kamp zijnde ijder een scheepel gesaaij groot
Een half molders rogge gesaaij mest landt op 't Meentredt
Nogh een stukseken braakrogge op de Runnebree
Het hooge stucke aen de Beeke half met rogge gesaaijt
Een leegh stuck aen de Beecke soo onder 't huijs gehoort met rogge besaaijt zijnde een scheepels saat
Vorders het boekweijten gesaaij
Mest in stall en vaalt en op't hofflandt.

Bedden linnen en wullen in 't huijs gehoorende
Een bedde soo onder en over bedde waar op den inventarisant met wijlen zijn vrouw geslapen heeft.
Nogh een onder en over bedde waar op de moeder slaapt.
ses paar beddelaakens
vier handtdoeken
twee stuckskens linnen flessendoek makende te samen 25 ellen smaldoek dubbelt slag.
nog drie ellen groff doek omtrent elf slagh elen thierentheij.
nog een lapjen grof thierentheij soo Aaltjen van Meetelen half toebehoort.
vier tafel lakens
vijf kussentoogen
nog ses olde kussen thoogen op moeders bedde.
de kleederen linnen en wullen tot des overleedene lijf gehoort hebbende
sijn alle door de overleedene selfs in
een kiste gepackt soo niet nagesien
de dagelijckse kleeren zijn in een pack
aenpart.
vijf groote saatsacken
een sack met spijtt
enige steede
30 stucken vlessen garen
ongeveer 34 tt vlas in een bont kussentogh.
nogh elff buijltjes soo kleijn als grtoot.
nogh twee buijltjes eene met porrien? saat en eene met wortelsaat.

Staat van inkomende en te manene schulden.

Aan den inventarisants swager en
dessen vrouw Berent Kolckman
te pretendeeren volgens
handtschrift - 150 - : - :

Aan Teeuwis Hartman
per resto van den coop 125 - : - :

Interesse van twee jaaren
nogh apart door Teeuwes
geleent - - - 8 - : - :

Derck Keuninger schuldig - 25 - : - :

Hendrick Storteler op
Leeken schuldigh - : - 12 - :

Aan contante penninge in de
boedel bevonden 3 acht en twintigen
en een gulden stuck is - 5 - 4 - :

Uitgaande boedel schulden

Aan moeder Derxken
Hennekes weegens opgenomen
gelt schuldigh
soo Berent Colckman
uijt de bouwerije getrocken
heeft - 25 - : - :

Aan Enneken Hennekes
van de bouwerije hogh
schuldigh om na moeders
doode te trecken 25 - : - :

Aan Aaltjen van Meetelen
schuldigh 100 - : - :
interesse tegens mei 1731 4 - : - :

Nogh aen de erfgenamen
van Jan Huijskes schuldig
de coopspenningen
van het Leege stucke
aen de Beeke ter somma
ad 55 - : - :

Aan Jan Storteler schuldigh 25 - : - :
interesse tegens meij 1731 - 1 : - :

Nogh aan Derck Keuninger
schuldigh - 5 : - :

Aan Harmen Eftinck
schuldigh 3 - 3 - :

Aen Janna Hemminck - 1 : - :

Jan Coolman weegens
de doodkiste - - - 4 : - :

Aen Arnoldus Hakkenbroek
begraffenis costen - - 16 - 8 - :

Aen de rentmr Knoll
torff en hoender - - 1 - 2 - :

Aan Jan Croesen van
impost per resto - 3 - 12 - :

Aaen Harmen Tongerlo - : - 18 - :

Aen Hendrick Croese - : - 18 - :

Aen Berent Koonink : - 10 - :

Aen Jan Harmsen smidt - : - 9 - :

Aen Cristiaan Silvolt - : - 8 - :

Aen Lubbert Ebberinck - : - 2 - :

Aen Eijmbert oldt IJkinck - : - 2 - :

Aen Jan van Metelen op
Bosscher - - - 1 - : - :

Aen de meijt Janna daegs
een stuijver en maaghdelinnen

Aan Harmen Eefftinck schuldigh
een spint salt.

Nogh aghterstendigh hooftgelt
schuldigh aan Frans Jansen -

Voor het oprighten en copijeeren
van deesen inverntaris aan
de heer righter Stumph - - 10 - 15 - :

Nogh voor het vertereringe over het
oprighten van deesen inventaris
aan schuldigh - : - 8 - :

Waarmeede deesen inventarisant deesen zijnen
inventaris is eijndigende, met belofte [echter
onder protest en reserve als hiervoor gemelt]
van denselven ten allen tijden op de gesinnen
en costen des begeerende denselven met solemneelen
eede ter sullen bevestigen, met verclaaringe,
dat hij daarvan off van alle soo gereede
als ongereede goederen niets verborgen off achtergehouden heeft, off dat met zijn weeten off
toedoen daarvan door andere ijts verborgen
off achtergehouden is. In waarheijts oicond
is deese door den inventarisant neffens getuijgen
onderteijkent. Actum
Lghtenvoorde den 7 martij
1731

Dit is het ---< mark van Jan Hennekes
met anholdinge van penne getrocken.

F.H. Stumph rmt. testis
Frederick Jan Bruijinck
als getuijge. 


Get wwwpondes on Google Play



© A. Pondes, 28 maart 2004,